Borstademhaling vindt plaats in de borst. Doordat de tussenribspieren samen trekken wordt de borstkas omhoog en naar buiten getrokken. Daardoor neemt het volume van de borstkas toe. Ook het borstbeen gaat omhoog. Dit gebeurt door de samentrekking van de buitenste tussenribspieren. De longen stromen vol met lucht. De tussenribspieren ontspannen weer en de borstkas zakt terug naar beneden en drukt de longen weer leeg. We noemen de borstkas ook wel ribbenkast of thorax. De borstademhaling kost meer energie dan de buikademhaling. Vaak geeft het ook meer stress en word je er onrustig van. Hoe hoger we ademen, hoe meer we neigen tot piekeren. Hoe meer we piekeren, hoe hoger we gaan ademen in de borst. Door de borst ademhaling krijgen we ook vaak spierpijn tussen de schouderbladen en in de nek en schouders. Alleen bij inspanning zoals bijvoorbeeld joggen is het prima om tijdelijk in de borst te ademen. In rust is het niet de bedoeling dat we in de borst ademen.